Benodigdheden
- 4 eierdooiers
- 4 eiwitten
- 50 cl melk
- 50 cl water
- 200 g boter
- 25 g verse gist
- 600 g zelfrijzende bloem
- 1 zakje vanillesuiker
- zout
Bereiding
- Klop de 4 eierdooiers los.
- Giet de melk bij de eierdooiers.
- Doe de gist bij het mengsel en klop tot de gist is opgelost.
- Klop het water door het beslag.
- Doe een snuifje zout bij de 600 g (gezeefde) bloem en voeg de bloem toe aan het beslag. Klop het beslag glad.
- Smelt de boter (200 g) en roer de gesmolten boter onder het beslag.
- Voeg een snuifje zout toe.
- Klop het eiwit stijf met de vanillesuiker.
- Spatel het eiwit voorzichtig door het beslag en laat het beslag dan 20 minuten afgedekt rusten om het te laten rijzen.
- Laat het wafelijzer voorverwarmen.
- Schep dan ongeveer 300 ml van het deeg in het wafelijzer. Probeer het deeg gelijkmatig over de bakzones te verdelen.
- Sluit het wafelijzer. Opgelet: laat de veiligheidsclip aan het handvat te allen tijde open, zodat de wafels ruimte hebben om te rijzen.
- Bak de wafels ongeveer 4 minuten.
- Haal de wafels uit het wafelijzer, bestrooi naar wens met bloemsuiker en werk af met slagroom voor een echte Brusselse wafel.
Smakelijk!
24 augustus 2023